|
||||||||
|
Een dame van de wereld, deze Ruth Moody: in Australië geboren, in Winnipeg, Manitoba (Canada) opgegroeid en tegenwoordig grotendeels in en om het Amerikaanse Nashville actief. Dat kan al een beetje tellen als je, zoals Ruth van muziek maken en zingen je beroep hebt gemaakt. Het is nu ook weer niet zo, dat we dat moeten idealiseren, want ook het bestaan van een zangeres kent zijn ups en downs en er zijn best wel wat dagen waarop het ’s ochtends nog niet helemaal duidelijk is of er voor ’s avonds brood op de plank zal zijn. Ruth Moody zal bij de wat oudere lezers misschien bekend zijn als één derde van The Wailin’ Jennys, die heerlijke band vol prachtige stemmen, waar ook Cara Luft en Nicky Mehta deel van uitmaakten en die zo om en bij de twintig jaar geleden een heel fijne EP en een viertal CD’s uitbracht. Daarvoor had Ruth al een beetje van het leven “on the road” geproefd als lid van Scrüj MacDuck. Met haar aandeel in de Wailin’ Jennys-platen liep Ruth al flink in de kijker, maar het waren toch vooral haar solo-cd’s, die maakten dat haar carrière een serieuze vlucht nam: op “These Wilder Things” speelde en zong zowaar Mark Knopfler mee en de cover die Ruth Maakte van Springsteen’s “Dancing in the Dark”, was noch min noch meer adembenemend. Knopfler nam Ruth mee op zijn volgende Europese tournee, niet alleen als voorprogramma, maar ook als zangeres met hem op het podium. Zo’n tournee kruipt niet in je koude kleren en dus was Ruth in 2016 toe aan rust, veel rust. Dat en een gezinnetje stichten, moeder worden…de gewone dingen dus. Vandaag is ze er terug, met een eerste soloplaat in elf jaar en die bulkt weer van de pareltjes. Verbazen doet dat niet echt meer, althans niet voor wie de songschrijverscapaciteiten van Ruth al een beetje kende en dus ondermeer viel voor de prachtige stem -ergens tussen Joni Mitchell en Alison Krauss in- en het gevoel voor melodie dat ze altijd al ten toon spreidde. Tien zelfgeschreven liedjes staan er op, ingespeeld door een ware plejade van klassemuzikanten als echtgenoot en bassist Sam Howard, gitaartovenaar Anthony da Costa,, pianisten Will Honaker en Kai Welch en ook broer Richard Moody, die je steevast op elke plaat van Ruth kunt horen. Er zijn er nog (veel- meer, maar ik wil wel speciaal Joey Landreth -die van de Brothers- vermelden, omdat, naar mijn gevoel, “The Spell of the Lilac Bloom” simpelweg een wereldsong is. Verder word je als luisteraar, meteen meegenomen op een soort reis die min of meer het leven van Ruth tijdens de voorbije tien jaar beschrijft. Vaak onderweg, meestal van hot naar her reizend, ontsnapt ook zij niet aan de drang om uiteindelijk ergens “thuis” te kunnen komen. Vanaf “Already Free” over “Seventeen” “The Way Lover Move” en North Calling” tot het heerlijke afsluitende duo “Wanderer” en “Comin’ Round the Bend”, is dit een verzameling van de mooiste liedjes, die je dezer dagen kunt horen. We werken hier niet met sterren, maar als we dat wel deden, eindigde deze met minstens vier en wellicht zelfs vijf stuks. Zo mooi…het is bijna niet van deze wereld… (Dani Heyvaert)
|